Martijn is een jongeman met een heel hoog IQ, die tegelijkertijd zeer autistisch is. Angeline: ‘Daardoor is Martijn jarenlang overvraagd geweest, weet ik nu. Tot aan het eind van het gymnasium ging het redelijk goed met ‘m. School gaf structuur en in zijn klas zaten wel meer kinderen met autisme. Dat voelde vertrouwd. Maar in de vijfde ging hij tot twee keer toe niet over. Hij moest van school en kwam thuis te zitten. Toen ging het mis.’
Mijnenveld
Martijn kwam in de psychiatrie terecht. ‘Maar de hulp en medicatie die hij daar kreeg, hielpen hem niet. Integendeel. Martijn werd heel angstig, reageerde agressief als hij gefrustreerd raakte, sloeg meerdere keren op de vlucht en raakte steeds dieper in de problemen. Geestelijk, fysiek en maatschappelijk. De wereld was voor hem een mijnenveld. Die jaren van enorme stress en slapeloze nachten waren verschrikkelijk. Voor hem en voor mij. Het leek uitzichtloos. Toch heb ik de moed nooit opgegeven, omdat ik ervan overtuigd was dat het ook anders kon.’
Vertrouwen opbouwen
Na vele omwegen en opnames kwam Martijn via het CCE bij ASVZ uit. ‘Die eerste middag dat ik met Martijn ben gaan kijken, zag ik zoveel mooi contact en respect tussen cliënten en begeleiders. Er werd zelfs gewoon met elkaar gelachen! Martijn kon het ook bijna niet geloven. De benadering is compleet anders dan wij gewend waren. Zijn begeleiders behandelen Martijn als mens. Dat begon al voordat hij naar zijn nieuwe woning ging. Een van zijn begeleiders kwam bij ons thuis, om kennis te maken en vertrouwen op te bouwen. Met een schouderklopje, een boks. Stap voor stap. Toen hij er voor de eerste dag heen ging, hadden zijn medebewoners en de begeleiders zijn kamer geschilderd in zijn favoriete kleur, kasten in elkaar gezet én heetten ze hem allemaal welkom. Dan ben je dus geen nummer of cliënt – dan word je gezien. Martijn mag zijn wie hij is.’